De val van ’74

Boek Leesfragment Interview Recensies Meer

Interview

Interview met Pim Faber naar aanleiding van zijn boek “De val van ‘74”

Hoe ben je tot dit onderwerp gekomen? Ben je een voetbalfanaat en waarom zo’n oude wedstrijd uitgelicht?

7 juli 1974, die dag vergeet ik nooit meer. Ik was acht jaar oud en liep met mijn vriendinnetje Ina in het bos. Ze wilde tongzoenen en ik vond dat maar een raar, klef gedoe. Dus deed ik het niet. En toen… maakte Ina het uit! Ik was ontroostbaar en dacht dat dat het ergste was wat me ooit in mijn leven zou overkomen. Helaas. Een paar uur later verloor Nederland de WK-finale. Ik begreep er niets van, want we waren toch de besten? Waarom verloren we dan die finale? Er moest iets gebeurd zijn! Ik besloot toen ooit uit te gaan zoeken hoe dat in z’n werk was gegaan. Het heeft even geduurd, maar dat is nu gebeurd…

Heeft dit boek een journalistieke inslag of is het louter fictie?

Het complot is totaal verzonnen. De beweging die het complot uitvoert bestaat ook niet. De informatie over het WK en de spelers klopt wel, tenminste, zolang het niet over het complot gaat. De verhalen over neonazi’s en hun dorpje zijn bizar genoeg wel op waarheid geënt.

Word je bij het schrijven beïnvloed door je werk als eindredacteur bij “TROS Vermist”?

Hoewel het hoofdthema van dit boek niets met mijn werk bij “TROS Vermist” te maken heeft, beïnvloedt mijn achtergrond me kennelijk meer dan ik zelf soms doorheb. Want het verhaal begint met een vermissing! Dat is ook niet zo gek, want het mysterie dat rondom elke vermissing hangt, blijft me altijd intrigeren.

Zie jij je zelf ook andere boeken schrijven dan spannende misdaadromans?

Schrijven is voor mij puur hobby. Met m’n werk bij “TROS Vermist” kan ik als het moet vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week bezig zijn. Geen enkel probleem. Maar het is nuttig om af en toe eens je geest vrij te maken. Zo’n complot bedenken rondom de WK-finale is honderd procent plezier. Beelden terugkijken, lezen, ex-voetballers en journalisten interviewen, heerlijk. Aan de andere kant kom ik dagelijks dingen tegen waarvan ik denk: dit is een boek waard. Dus ik sluit niets uit.

Wat vind je mooier om te doen: schrijven of journalistiek werk?

Ik vind dat je pas moet kiezen als het echt niet anders kan. Ik maak nu gebruik van twee werelden: fantasie en journalistiek. Die twee vullen elkaar vooral bij het schrijven van misdaadromans naadloos aan. Houden zo, denk ik dan!

Pages: 1 2 3 4 5