Dossier Trapani

Boek Leesfragment Interview Recensies Meer

Leesfragment

Langzaam reed de Krab door de straat tussen de rijtjeshuizen met de met veel grind en stenen bedekte voortuintjes waaruit hier en daar iets groens omhoog stak. Hij hield even in bij nummer 39. Voor de deur stond een aftandse Nissan zoals de meeste auto’s in deze buurt aftands waren. De buurten waar de Krab het van moest hebben, waar hij zaken kon doen.
Naast de groene voordeur hing een Welcome-bordje. Hij vroeg zich af hoe welkom hij zo meteen zou zijn.
In de eerste de beste zijstraat parkeerde hij zijn BMW tussen een half op de stoep staande aanhanger en een roestig bestelbusje. Hij sloot de auto af en liep door het straatje tussen de garages terug naar het doel van zijn uitstapje.
Nummer 39 lag aan een gangetje. Hij schopte een bierblikje opzij, bekeek de zijmuur van de garage. Geen raam. Hij paste de lengte van de garage af, liep terug naar de achterkant met de metalen ophaaldeur en deed hetzelfde. Als de bewoonster zelf genoeg had aan een meter of twee, kwam hij uit op zo’n tweehonderdvijftig plantjes. De Krab mat de grootte van een ruimte niet in vierkante meters, maar in het aantal plantjes dat hij erin kwijt kon. Al was tweehonderdvijftig niet al te veel, in de huidige situatie met de druk van de Italianen was elke plant er een. Bruto kon deze garage toch al gauw zo’n vijfenzeventigduizend euro per jaar opleveren.
Hij voelde aan de handgreep van de deur, die gaf niet mee. Hij keek even over de schutting naar het kleine tuintje naast de garage, toen draaide hij zich om en liep door het gangetje naar de voordeur. Dit soort karweitjes deed hij liever niet zelf, te veel risico. Het zou eigenlijk door zijn bedrijfsleider gedaan moeten worden, maar de manier waarop Koekiemonster al eens een alleenstaande vrouw had geprobeerd over te halen nog wat extra centjes te verdienen was wat al te ver gegaan. De vrouw had zich bij hem beklaagd. Was onzedelijk betast. Volgens Koekiemonster had-ie alleen maar gezegd dat ze zulke mooie tieten had, maar aangeraakt had-ie ze niet. Nou ja, per ongeluk misschien.
De Krab drukte op de bel.
De vrouw die opendeed zag er beter uit dan haar voortuintje. Stroblond, kort geknipt haar met iets donkere uitgroei. Ook op haar wekelijkse vrije dag was ze licht opgemaakt. Ingevallen gezicht, zorgen. Ze droeg een witte legging en een groen jurkje met hier en daar iets rozigs. Als ze geld had, zou er beslist iets beters van te maken zijn.
Hoewel hij haar nooit eerder had gezien of gesproken wist de Krab alles van haar, daar had zijn informant bij de Sociale Dienst voor gezorgd. Ze heette Maria van Dijk, was drieënveertig jaar en slachtoffer van de hebzucht van de banken. Ze was een halfjaar geleden gescheiden, had een zoon van zeventien en een goede, vier-dagen-per-weekbaan bij een reclamebureau. En ze had een woekerpolis waardoor ze een schuld had bij de bank die ze niet meer zou kunnen aflossen. Ze had een maand de tijd gekregen om iets anders te zoeken, dan zou haar huis in de executieverkoop komen. En daarmee paste Maria precies in de doelgroep van de Krab.

Pages: 1 2 3 4 5