De vrouwen van het slot Franckenboss

Boek Leesfragment Interview Recensies Meer

Leesfragment

“Nee, neem maar mee hoor. Ik vind straks wel weer een andere. Wat zitten we knus bij elkaar hè. Zo zaten we ook toen we elkaar voor het eerst…”
“Wat zeg je?”
“Dat we zo dicht en knus bij elkaar zitten. Toen we met elkaar kennismaakten, zaten we ook zo. Dat was in het washok. Jij kwam onder die lekkende spoelbak vandaan gekropen. Weet je nog?”
Hij knikt en leest verder.
“Maar toen kenden we elkaar nog niet zoals we elkaar nu kennen,” vervolgt ze.
Op haar gezicht verschijnt een glimlach.
“Dat is bijdehand opgemerkt, Janneke.”
“Je begrijpt me niet Herman. Ik bedoel onze gevoelens voor elkaar.”
“Waar heb je het over?”
“Hou je nou niet van de domme hè.”
“Het wordt tijd dat we eerlijk tegen elkaar zijn. Dat we zeggen wat er in ons omgaat.”
Ze schuift voorzichtig wat dichter naar hem toe en legt haar hand op zijn arm. Herman krijgt het warm, moet iets wegslikken en wil wat zeggen dat er niet uit wil. Een stem waarschuwt dat hij zijn verstand moet gebruiken en niet naar zijn lichaam moet luisteren.
“Ik ben een vrouw, Herman. En vrouwen hebben nu eenmaal de gave dat zij mannen kunnen doorgronden. Jij voelt hetzelfde voor mij als ik voor jou. Dat weet ik zo goed als zeker. Laten we er niet langer omheen draaien. Ik houd van jou en jij van mij. Kus me, Herman. Laat je gaan. Doe wat je lichaam vraagt, nu hier op deze zolder. Je kunt je levenlang op me rekenen en dat geldt ook voor je kinderen, dat beloof ik.”
Ze draait zich naar hem toe. Hun gezichten zijn nu heel dicht bij elkaar. Hij schuift iets van haar weg. Elke spier in zijn lichaam is gespannen, zijn hart bonst in zijn keel en zijn bloed kolkt door zijn aderen.
“Janneke, ik…, ik mag je graag en ik…”
“Waar wacht je dan op, Herman? Doe het, toon het dan.”
“Nee meisje, nog niet. Ik, we kennen elkaar nog te kort om zoiets….”
“Begrijp ik dat je me afwijst?”
“Janneke, heus ik zou je voor alles wat ik bezit niet willen missen maar we moeten….”
“Ja, ik begrijp het. Ik ben dus alleen maar goed om voor je kinderen te zorgen. Ik heb me dus vergist. Ik dacht, gezien de manier waarop je tegen me sprak en naar me keek en…, gewoon in alles, dat je je leven met me wilde delen. Jij en ik, en de kinderen….”
“Dat heeft tijd nodig Janneke. Heus, ik ben erg op je gesteld en misschien komt het er in de toekomst….”
“Stop maar Herman. Ik denk dat er iets anders speelt. Volgens mij heb je echt iets met de barones en hebben jullie samen bekonkeld dat zo’n kindermeid goed van pas komt. Ze laat ons niet voor niets zo dicht bij haar in de buurt wonen. Ik weet genoeg.”
Ze wikkelt haar schilderij weer in de fluwelen doek en kruipt naar het trapgat. Verslagen en vol zelfverwijt staart hij haar na.

Pages: 1 2 3 4 5