Rood licht

Boek Leesfragment Interview Recensies Meer

Leesfragment

“Is hij dood?
“Weg, weg, laat me erbij. Laat iemand Guus bellen of Adrie de verpleger gaan zoeken. Ik voel nog een polsslag.” Ruth was opgestaan en had zich over de bewegingloze man gebogen die in het middenpad lag, waardoor er niemand meer door kon, geen enkele kant op.
“Laten we hem optillen en op de bank leggen. Hier, Clarisse, ga jij eens naast Camille zitten.” Jelle stond eveneens op, riep Bas dat hij hem een handje moest komen helpen en de twee mannen tilden Bromsnor moeizaam op de bank, met alleen nog zijn benen bungelend in het gangpad.
“Hoofd naar beneden houden,” stelde Ruth voor, “misschien is hij alleen maar flauw gevallen. Kou, honger, vermoeidheid misschien, en angst, en dat alles bij elkaar, het zou kunnen.”
“Het blijft speculeren. Hij ziet wel erg bleek.”
“Voel je zijn pols nog?”
“Wacht maar.” Camille van Haeringen boog zich voorover en pakte de pols van Bromsnor. “Ik weet niet hoe ik hem anders moet noemen, de grapjas.
“Wacht eens,” zei Jelle vanuit het gangpad. “ Volgens mij zit er een telefoon in zijn broekzak. Pak die eens.”
“Ja zeg! Ik kan toch niet in de broekzak van een wildvreemde kerel gaan zitten graaien?” protesteerde Camille verontwaardigd en de halve coupé schoot daverend in de lach.
“Nee, mevrouw van Haeringen, dergelijke intimiteiten zijn beslist ongepast,” hikte Aty van het zenuwachtige lachen. “O, het is afschuwelijk dat ik zo moet lachen om andermans ellende.”
“Ze is zeker bang voor de tere mannelijke delen,” dacht Bas natuurlijk weer veel te hard en met veel te veel bravoure, maar het leverde hem slechts een paar verontwaardigde blikken op. Clarisse boog zich en haalde de telefoon tevoorschijn zonder daar verder bombarie over te maken. Ze keek Jelle vragend aan.
Hij pakte de telefoon van haar over, en zocht een beetje in het menu. Het scherm lichtte gelukkig op. “Hier staat een Suus zonder achternaam, misschien zijn vrouw of een dochter.”
“Of zijn vriendin en dan heb je echt de poppen aan het dansen.”
Camille stoorde zich niet aan de al dan niet flauwe opmerkingen.
Ze sloeg de bewusteloze man niet al te hard in zijn gezicht. Prompt mompelde hij iets onverstaanbaars.
“Houd zijn voeten omhoog, Ruth. Jij staat er het dichtst bij. Ik geloof, dat hij bij gaat komen en dan moet er bloed naar zijn hoofd stromen in plaats van haar zijn voeten.”
Jelle drukte op de naam van Suus en gelukkig werd er opgenomen. “Dag mevrouw. De eigenaar van deze telefoon zit in de gestrande trein die momenteel in het nieuws is en is flauw gevallen, lijkt het. Jammer genoeg heeft hij zich alleen onder een schuilnaam voorgesteld. We willen graag weten hoe hij heet en of hij verder gezond is of misschien dringend medicijnen nodig heeft.”

Pages: 1 2 3 4 5