Zwanendrift

Boek Leesfragment Recensies Meer

Leesfragment

Portugal herinnert Benders zich van een vakantie met Eline. Ze waren nog jong. De tijd had zijn werk nog niet gedaan. Als hij daar nu op terug kijkt, kan hij niet anders dan vaststellen dat dat de gelukkigste periode in zijn leven is geweest. Het was het soort geluk, waarvan hij beseft dat de tijd hem dat voorgoed heeft afgenomen.
Als een enorme vis die het wateroppervlak doorklieft, baant hij zich een weg door de middagdrukte van het oude centrum in Albufeira. Het is warm. De smalle straatjes zijn overbevolkt met hoofdzakelijk jeugdige toeristen, die vlug als kwik en transpirerend in de augustushitte op zoek lijken naar de nog zeldzame lege plekjes op de drukbezette terrasjes. Benders zwaait pardoes zijn koffer tegen een Duitse toerist, die in niet mis te verstane bewoordingen laat weten dat niet op prijs te stellen. Na een nederig excuus besluit hij zijn cadans aan de omstandigheden aan te passen.
Op het einde van de straat ziet hij in blauwe neonletters de zoveelste aanduiding van een hotel opdoemen. Het zou het vierde hotel zijn waar hij zijn geluk probeert. Femke had hem al gewaarschuwd “Het is hoofdseizoen, pap. Een hotel in het centrum gaat je niet lukken.”
Maar eigenwijs als hij is, besloot hij het er op te gokken.
Een vrouw achter de balie kijkt hem meewarig aan. Benders wijst naar zijn koffer en vraagt in zijn beste Engels een kamer. De receptioniste glimlacht en steekt één vinger omhoog.
Benders knikt hoopvol. De vrouw vraagt hem te volgen. Ze gaan twee trappen op. Dat dit geen vijfsterrenhotel is ontdekte hij al bij de entree, maar de krappe eenpersoonskamer die hem nu wordt getoond slaat alles. Desondanks neemt hij hem.
Zodra hij zich heeft ingeschreven en de overnachtingen vooruitbetaald, keert hij terug naar de kamer. De kamer kijkt uit op een drukke winkelstraat. Terwijl hij het klemmende raam probeert dicht te trekken, wordt zijn blik getrokken door een vrouw die schuin aan de overkant een pastelaria verlaat. De vrouw is een jaar of dertig. Ze is vrij lang. Haar zwarte haar puilt in een staart onder een witte baseballpet vandaan. De huid van haar gezicht is lichtgebruind. Terwijl ze haar gezicht draait om nog een blik in de pastelaria te werpen, steekt ze ten teken van groet haar linkerhand richting winkeldeur op. Dan verdwijnt ze in de massa.
Benders sluit het raam. Even had hij het gevoel Tanja Meuleman te hebben gezien, maar deze vrouw miste het litteken op haar linkerwang. Bovendien was de vorm van haar gezicht anders dan dat van Tanja. Ronder en voller. Het zou ook te mooi zijn geweest om waar te zijn, bedenkt hij zuchtend…

Pages: 1 2 3 4