Lenny the Giant

Lenny the GiantPeter de Zwaan
ISBN 978-90-8660-391-6
Prijs € 17,95
Verschijnt najaar 2019

‘Het was mijn eerste klus als lijfwacht en we haalden de voordeur. Toen zag ik iets. Ik nam een sprong, mijn schouder ving de kogel en ik was een held.’

Jeff Meeks is een eenling die na een mislukte overval op een casino in Denver door de politie wordt gezocht en door het land zwerft. In New Orleans huurt hij een mobil home in een trailerpark en het liefst zou hij daar zijn dagen doorbrengen, zittend op de veranda samen met Levy Beaurevoir en een krat bier.

Levy is 1.90 meter lang en weegt ruim 130 kilo. Hij is getrouwd met een vrouw van 1.17 meter. Als Little Levy en Lenny the Giant doen ze mee aan wedstrijden dwergbowlen, de Louisianavariant van dwergwerpen. Levy gooit Lenny over een baan met kegels en Meeks zorgt er voor dat de toeschouwers met hun vingers van de menselijke bal afblijven.

Door het neerschieten van Meeks wordt de gang van zaken verstoord en het wordt erger als vier mannen, gewapend met honkbalknuppels, een waarschuwing komen geven: bemoei je nergens mee.

Jeff Meeks heeft geen idee waar hij zich niet mee mag bemoeien. Hij wordt nieuwsgierig als de vraag rijst op wie de schutter eigenlijk mikte, op zijn opdrachtgever vastgoedmakelaar Davison, of op hem.

Dezelfde vraag wordt gesteld door Mavis Davids, de secretaresse van Davison, die hogerop wil in een stad waarin carrière maken voor een zwarte vrouw niet eenvoudig is.

Meeks en Davids raken, onafhankelijk van elkaar, steeds dieper betrokken bij intriges en machinaties in de wereld van vastgoed en clandestiene wedstrijden in New Orleans en Honolulu.

Peter de Zwaan schreef ruim twintig misdaadromans waaronder zes met als hoofdpersoon ‘loner’ Jeff Meeks.

Little Levy Beaurevoir was bijna even lang als ik, ruim 1 meter 90. Hij was bijna 30 kilo zwaarder en droeg zijn buik als een grote trom. Hij had een platte neus met erlangs het littekenweefsel van te veel vechtpartijen en ogen die zo diep lagen dat je je afvroeg hoe hij kans zag iets te zien. Hij trok een verfrommeld stuk krant uit een broekzak en streek het glad. Hij bewoog zijn lippen voor hij sprak, alsof hij de tekst eerst oefende. ‘De lijfwacht wierp zich zonder na te denken in de baan van het schot.’ Hij maakte een prop van het papier. ‘Dat was The Advocate. Zonder na te denken. Ik zei tegen Lenny dat het helemaal Jeff Meeks was. Waar vind je een lijfwacht die stom genoeg is om zich in de baan van het schot te werpen?’
‘Door jou kreeg ik het baantje.’
‘Wist ik dat je het serieus zou nemen? Kun je naar huis lopen nadat ze je de straat op hebben gegooid?’
‘Ze zeiden dat de schouder ook wel geneest als ik thuis zit. Toen ik zei dat ik geen verzekering had, was ik ineens minder held.’
‘Moet ik met iemand praten?’
Ik had de neiging om ja te zeggen. Praten deed Levy het liefst met zijn handen. Hij was er goed in en hij oefende minstens twee avonden in de week met Lenny van 1.17 meter en een gewicht van 40 kilo. Lenny trad op als Lenny the Giant en kleedde zich in een pak dat zo dik was dat niemand kon zien dat er een vrouw in zat: plakken schuimrubber om het lichaam, beschermers om knieën en ellebogen, helm met vizier. Op de rug van de jas zaten handgrepen. Levy pakte Lenny bij de handgrepen vast en dweilde haar over een geïmproviseerde bowlingbaan die soms bestond uit planken met canvasdoek en groene zeep, soms uit ijzeren platen waarover zeepsop werd gespoten. De optredens waren steeds op een andere plaats. De bezoekers werden gefouilleerd. Zonder voorspraak van een bekende kwam je niet binnen en als je het toch probeerde, bleef het niet bij een blauw oog. Dwergbowlen was meestal het pauzenummer van clandestiene worstel- en kickboxgala’s waar de onderwereld van New Orleans zat te verbroederen en geld te witten.

1. Lenny the Giant is het zesde boek waarin Jeff Meeks de hoofdrol speelt. Moeten lezers de andere boeken gelezen hebben om hem te begrijpen?
Dat is altijd een goed idee, maar nodig is het niet. De achtergronden van Meeks worden gaande het verhaal duidelijk. Niet in één keer in het begin. Ik heb een hekel aan boeken waarin in het eerste hoofdstuk alle hoofdfiguren uitgebreid worden beschreven. De informatie komt als ik denk dat de lezers er hun voordeel mee kunnen doen.

2. Waarom heb je ervoor gekozen een reeks te schrijven rond een Amerikaanse hoofdpersoon in plaats van een Nederlander? Lenny the Giant speelt zich af in Lousiana en op Hawaï. Ken je deze plaatsen uit eigen ervaring?
Ik ben een liefhebber van de USA en heb in op één na alle staten rondgereisd. Om duistere redenen ben ik nooit in Oklahoma geweest en als ik dat tegen een Amerikaan zeg dan antwoordt hij gegarandeerd: ‘Zou ik ook maar niet gaan doen’. In New Orleans verdwaal ik niet meer. Hawaï heb ik bezocht met het oog op het Meeks-boek. Elke plek die wordt beschreven heb ik bezocht.

3. Dwergwerpen, of in dit geval dwergbowlen, speelt een grote rol in dit verhaal. Dat is  - zachtjes uitgedrukt -  een vrij omstreden sport. Hoe kom je erop zoiets te gebruiken?
Dwergwerpen is inderdaad omstreden en al jaren verboden in de EU; in het boek komt dat aan de orde. Het bestaat nog wel. In een van de eerste scènes van de film The Wolf of Wall Street van Martin Scorsese zie je dolgedraaide effectenmakelaars kijken naar dwergwerpen. Dwergbowlen is een variant die in Australië werd (misschien wordt) beoefend. Ik hoorde erover in New Orleans en dacht meteen: dit ga ik gebruiken. Ik kreeg helaas geen kans een wedstrijd bij te wonen.

4. Het heeft even geduurd voor er een nieuwe misdaadroman van je verscheen bij uitgeverij Ellessy. Stond het schrijven helemaal even op een laag pitje of had je het druk met andere projecten?
In 2011 ging uitgeverij De Eekhoorn failliet. De Bob Evers-serie werd door die uitgeverij op de markt gebracht. De curator vond het niet nodig te reageren op de vraag of de kans bestond dat ik zou worden betaald voor het laatst verschenen deel (nummer 51). Daar werd ik zo boos door dat ik dacht: ik begin uitgeverij Zwarte Zwaan en ga dat deel heruitgeven, verdien ik misschien nog wat. De serie bleek meer dan voldoende fans te hebben om door te gaan; volgend jaar komen de delen 64 en 65. Als tussendoortje schreef ik het cadeauboek Kreukelzone, met 52 columns over ouder worden. Niks laag pitje dus.
5. Wat kunnen we in de toekomst van je verwachten? Ben je bezig met een volgend boek?
Wat Zwarte Zwaan betreft, blijft het voorlopig bij maximaal twee boeken per jaar. Dit geeft ruimte voor de volgende Meeks waarvan de werktitel is: Het einde van Little Levy.

Recensie op Hebban

Peter de Zwaan heeft al rond de tachtig boeken geschreven, niet alleen veel kinder- en jeugdboeken, maar ook thrillers. Voor Het alibibureau ontving hij in 2000 de Gouden Strop. De werktitel van zijn nieuwste boek Lenny the Giant was lange tijd De dwergbowler.

De auteur schrijft uiterst sober, zonder tierelantijnen. Beschrijvingen van locaties en personen ontbreken nagenoeg geheel. Zo speelt het verhaal zich af op interessante plaatsen als New Orleans, Honolulu op het eiland Oahu en Lahaina op het eiland Maui. Het zijn allemaal plaatsen met een bijzondere, unieke sfeer. De auteur brengt die sfeer echter in het geheel niet tot leven. De lezer blijft achter met de vraag waarom de auteur voor dergelijke locaties kiest als ze van geen toegevoegde waarde zijn voor het verhaal.

Een groot deel van het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van Meeks. In het verhaal zit geen strakke lijn. Er komen allerlei confrontaties tussen Meeks en vele obscure personages aan de orde. Heel erg intelligent is Weeks niet, maar gewiekst is hij wel, waardoor hij zich kan redden in het criminele milieu. De karakters zijn weinig uitgewerkt, waardoor het moeilijk is een band te krijgen met een of meer personages.

De Zwaan schrijft korte zinnen en houdt van realistische dialogen.

Veel personages, veel dialogen, veel overdenkingen en geen duidelijke verhaallijn leiden ertoe dat de spanning in het verhaal niet optimaal is. Het forse geweld compenseert dit niet. Wie houdt van vlotte dialogen die meer dan eens vermakelijk zijn, en vooral uit is op harde actie vindt in Lenny the Giant een geschikt boek.

3 sterren

Geschreven door Onno van Rijen


Recensie op De leesclub van alles

Zelfkant van de Amerikaanse maatschappij
De hoofdstukken in het boek zijn afwisselend vanuit het perspectief van Jeff Meeks geschreven, in de ik-vorm, en vanuit Mavis Davids, in de derde persoon. Dat maakt het verhaal levendig. De dialogen zijn gortdroog en daardoor grappig. Het verhaal is vlot geschreven en spannend en kent diverse wendingen, waardoor het lang onduidelijk blijft hoe het nou eigenlijk zit. Als lezer kijk je uit naar de ontknoping. Niet voor niets dus dat Peter de Zwaan al achtmaal genomineerd is voor de Gouden Strop en hem ook een keer heeft gewonnen.

Het leukste aan dit boek vond ik het gegeven dat de mannen dan wel stoer lopen te doen (ze intimideren, bedreigen, vechten en schieten), maar dat de vrouwen eigenlijk het verhaal dragen. Met een glansrol voor Lenny.

Geschreven door Anneke


Biblion-recensie op Bol.com

Na negen jaar brengt Peter de Zwaan opnieuw een misdaadroman uit met Jeff Meeks in de hoofdrol. Meeks woont op een verlopen trailerpark in de buurt van New Orleans en heeft er vriendschap gesloten met Levy Beaurevoir. De boomlange, zwaar gebouwde Levi is getrouwd met Lenny, een vrouw van 1 meter 17. Als Little Levy en Lenny the Giant doet het koppel mee aan wedstrijden dwergbowlen. Meeks gaat met hen mee om ervoor te zorgen dat de vaak stomdronken toeschouwers van de menselijke bal afblijven. Als hij tussendoor een baantje heeft als lijfwacht voor vastgoedmakelaar Davison, wordt Meeks geraakt door een kogel. Maar voor wie was die bedoeld? Voor de makelaar? Of voor Meeks? Meeks tracht het uit te zoeken, met hulp van Levy en Lenny. En die zoektocht is niet zonder gevaar. Zoals in de eerdere boeken met Meeks in de hoofdrol is dit een misdaadverhaal vol vaart, bevolkt door kleurrijke personages. Het verhaal wordt gelardeerd met een flinke scheut geweld en seks. Gelukkig ontbreekt ook een snuifje humor niet.

Geschreven door G. Swaenepoel


Recensie op ThrillZone

De verhaallijn in Lenny the Giant is redelijk eenvoudig maar wordt door de auteur enigszins ingewikkeld gemaakt door bijkomende zaken. In beginsel is Meeks nieuwsgierig wie zijn belager is en daardoor vast van plan die te ontmaskeren. De Zwaan brengt de nodige verstrooiing aan met het duo Levy en Lenny en al langer lopende conflicten tussen Davison en collega vastgoedmakelaar Bob Lopaka. In zijn bekende ‘vinnige’ schrijfstijl, opgebouwd met korte zinnen, vertelt de auteur dit zesde avontuur van de Jeff Meeks-serie. Een echte primaire verhaallijn is niet direct te ontdekken omdat voornamelijk vanuit het perspectief van Meeks is geschreven, die bekend staat om zijn rondzwervingen, zowel figuurlijk als letterijk. De vele ‘uitstapjes’ die door hem worden gemaakt, nemen bij elkaar opgeteld het grootste deel van de verhaallijn voor hun rekening. Dat heeft consequenties voor de spanningslijn die af en toe wel zichtbaar is maar zeker niet nadrukkelijk aanwezig is en een stempel drukt. De Zwaan compenseert dat deels met uitstapjes naar Hawaï waar natuurlijk ook wel iets over te vertellen is. Karakters die het verhaal aandoen, veroorzaken nauwelijks een klik met de lezer omdat ze niet echt zijn verdiept. Verder is het plot voornamelijk dialoog-gestuurd waarbij opgemerkt moet worden dat een aantal van deze dialogen eerder lang is dan interessant.

Samengevat is dit zesde deel een goed te lezen verhaal waarbij de secundaire onderwerpen zeker bijdragen aan het leesplezier. Het ontberen van spanning wordt gecompenseerd door de soms humoristische invulling van ‘toevallige’ onderwerpen waar altijd wel iets verrassends over valt te vertellen. Lenny the Giant wordt hiermee een brenger van leesverstrooiing.

4,5 ster

Geschreven door Cees