De verhuizing

Boek Leesfragment Interview Recensies Meer

Leesfragment

‘Ik moest vanavond overwerken. We moesten balansen. Dat wist Govert al weken, maar toen ik het vanavond onder het eten nog een keer zei, keek hij me zo woest aan, dat ik doodsbang werd. Na het eten stuurde hij de kinderen de keuken uit en greep me beet. Hij zei dat ik nu eindelijk eens de waarheid moest vertellen. Hij had me het voordeel van de twijfel gegund en weer gedaan alsof alles goed was, maar het nieuwe jaar was nog niet begonnen of ik wilde alweer naar Ewout toe. Ondanks dat hij woest was, moest ik eerst lachen. Ik legde uit dat het normaal was, balansen. Dat doet elk bedrijf met veel artikelen op voorraad. Maar hij geloofde me niet. Toen werd ik ook kwaad. Waarom niet, Joyce. Waarom gelooft hij me niet? Ik heb toch nooit gelogen?’
Joyce zuchtte hoorbaar. ‘Ik zei toch dat jouw lichaamstaal boekdelen spreekt. Je mond zegt misschien nee, maar je lichaam zegt ja. Daarom is het moeilijk te geloven. Iedereen kan zien dat je gek op die man bent.’
‘Gek? Ja, ik mag hem, maar ik heb toch niets met hem? Ik doe niets met hem. Joyce, alsjeblieft, geloof me!’
‘Ik geloof je ook wel. Je bent duidelijk genoeg geweest, maar …’
‘Maar?’
‘Nou ja, wat ik zeg – jouw lichaam vertelt wat anders en dat is misschien het enige wat Govert ziet.’
Wietske snikte opeens. ‘Weet je wat hij zei? Hij zei dat ik moest kiezen tussen mijn huwelijk of mijn baan.’
‘Hè, meid, toch. Dat zijn geen leuke woorden.’
‘Dat is gewoon belachelijk,’ riep Wietske uit. ‘Wat valt er te kiezen? Ik kan toch allebei hebben? Het is geen vergelijk. Het een heeft niets met het ander te maken.’
‘Wel als je wat met Ewout hebt en dat denkt Govert dus. Hij bedoelde dat je moet kiezen tussen hem en Ewout. Dat snap je toch wel?’
‘Nee, want ik héb niets met Ewout.’
‘Dan vertel je hem dat nog maar een keer. Waar ben je trouwens?’
‘Ik ben wel naar mijn werk gegaan en heb de hele avond keihard gewerkt, maar nu sta ik in de een of andere straat. Ik wil niet naar huis.’
‘Wietske toch, je móét naar huis. Het is toch ook jouw huis. Praat met Govert. Hij kan het zo erg niet menen. Hij houdt toch van je.’
‘Hij zei het anders wel: je huwelijk of je baan.’

Pages: 1 2 3 4 5